Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zeide: Geef mij een [23]zegen; dewijl gij mij [24]een dor land gegeven hebt, geef mij ook [25]waterwellingen. Toen gaf hij haar hoge waterwellingen en lage waterwellingen. 23. Dat is, een gave, of geschenk. Zie Gen.33:11. 24. Hebreeuws eigenlijk, zuidland. 25. Anders, waterfonteinen, of waterspringen.